Op de Inspecteur S. de Vriesschool wordt gewerkt volgens het principe van Meervoudige Intelligentie. Bij het concept Meervoudige Intelligentie komt het er in het kort op neer dat een mens niet op één maar op verschillende manieren intelligent kan zijn. Wij maken gebruik van de sterkste intelligenties die het desbetreffende kind gebruikt om te leren, te spelen en de wereld zich eigen te maken. In ons individueel lesaanbod houden we rekening met de intelligenties van elk kind en proberen het onderwijs zo in te richten dat het de leerling aanspreekt op zijn individuele kwaliteiten.
De aanwezige methodes en overige leerstof wordt in gestructureerde werkvormen aan de leerlingen aangeboden, waarbij veel rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de leerlingen. Deze leerstof en methodes worden aangeboden in de reguliere lessen. Door extra aandacht op het gebied van handvaardigheid, muziek, lichamelijke oefening, koken en dans worden de leerlingen extra geprikkeld om intelligenties op andere gebieden te gebruiken en te ontwikkelen.
Een M.I. school levert adaptief onderwijs in de echte betekenis van het woord:
- Onderkennen welke intelligenties kinderen gebruiken om te leren, te spelen, de wereld zich eigen te maken…
- Omdat die intelligenties ook wat zeggen over de persoonlijkheid van kinderen, over hoe ze zich voelen, wat ze belangrijk vinden, waardoor ze gemotiveerd raken…
- Daarop inspelen, om op die manier de kerndoelen waar te maken en kwaliteit te leveren, zodat er op school echt alles uit een kind hebben gehaald wat er in zit voor zover mogelijk…
Verschillende intelligenties
Op basis van langdurig onderzoek zijn er intussen acht intelligenties geïdentificeerd:
1. verbaal-linguïstisch
Denkt in woorden, formuleert gemakkelijk, kan gemakkelijk ideeën onder woorden brengen, leest snel en met inzicht, kan goed argumenteren.
2. logisch-mathematisch
Ordent graag informatie, speelt graag met cijfers, overweegt bij het oplossen van problemen, redeneert logisch, denkt kritisch.
3. visueel-ruimtelijk
Neemt de werkelijkheid waar via ruimte en kleuren, heeft gevoel voor kleurnuances, tekent vaak figuurtjes of maakt krabbels, experimenteert met schetsen of ontwerpen, kan zich snel oriënteren in gebouwen en wijken.
4. muzikaal-ritmisch
Pikt snel melodietjes op, speelt graag een muziekinstrument, werkt met ezelsbruggetjes en rijmpjes om iets te onthouden, heeft een sterk gevoel voor ritme, stijl in stemgebruik, vertelt boeiend.
5. lichamelijk-kinestetisch
Reageert meestal met trefzekere bewegingen, heeft sterk gevoel voor gebruik eigen lichaam, kent fijne motoriek, sleutelt of knutselt graag, leert gemakkelijk iets door te doen of te spelen.
6. naturalistisch
Is gefascineerd door alles wat groeit en bloeit, herkent snel kenmerken van plant en dier, observeert en verklaart graag veranderingen in de natuur, leert gemakkelijk door waarnemingen buiten, kan goed verzamelen en ordenen, gaat graag met dieren om.
7. interpersoonlijk
Houdt van contact met anderen, werkt graag samen, voelt scherp aan wat anderen bezig houdt, voelt zich prettig in groepen, houdt van gezelligheid en feestjes, is graag bereid anderen te helpen.
8. intrapersoonlijk
Stelt zich graag op de achtergrond op, leeft in een eigen wereld, houdt van dagdromen, kent eigen sterke en zwakke kanten goed, neemt scherp waar wat er gebeurt, schrijft een dagboek, heeft gevoel voor reflectie, poëzie.
Didactische structuren
Om alle leerlingen zo goed mogelijk te bereiken en om hen de gelegenheid te geven andere intelligenties te ontwikkelen maken we bij de ontwikkeling van het lesaanbod gebruik van verschillende didactische structuren. Elke didactische structuur spreekt één of meerdere intelligenties aan en zorgt ervoor dat de les betekenisvol wordt voor de leerling. Dit passen wij ook toe bij het ontwerpen van een individueel lesaanbod wanneer een kind moeite heeft met een bepaald vak of vaardigheid.